Vanaf 1 januari 2025 wordt de handhaving op de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) verder aangescherpt. Het doel van de Wet DBA is om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen ZZP'ers en hun opdrachtgevers. De beoordeling van de arbeidsrelatie onder de Wet DBA is gebaseerd op drie hoofdcriteria:

• Persoonlijke arbeid:
  De ZZP'er moet het werk persoonlijk uitvoeren. Er mag geen sprake zijn van vervanging door een ander zonder toestemming van de opdrachtgever.


• Gezagsverhouding:
  Er mag geen sprake zijn van een gezagsverhouding tussen de opdrachtgever en de ZZP'er. Dit betekent dat de ZZP'er zelfstandig moet kunnen werken zonder directe aansturing of toezicht.


• Loon:
  Er mag geen sprake zijn van een vaste beloning die lijkt op loon, zoals bij een werknemer. De ZZP'er moet zelfstandig kunnen onderhandelen over de prijs en de betalingsvoorwaarden.

De Belastingdienst speelt een centrale rol in de handhaving en zal extra capaciteit inzetten om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Dit betekent dat zij actief controles zullen uitvoeren en sancties (waaronder naheffingen) kunnen opleggen bij overtredingen.

Daarnaast heeft de Belastingdienst modelovereenkomsten beschikbaar gesteld die opdrachtgevers en ZZP'ers kunnen gebruiken om aan te tonen dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Deze modelovereenkomsten zijn bedoeld om zowel ZZP'ers als opdrachtgevers meer zekerheid te bieden over de aard van hun arbeidsrelatie. Wij zien dat overheidsorganisaties kiezen voor een alternatief inhuurbeleid waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze overeenkomsten.